Fien de la Mar werd in 1898 geboren als dochter van ’Nap’ de la Mar en Sien Klopper. Ze groeide op bij haar grootouders in Rotterdam. Op haar zeventiende verlaat ze de HBS en zoekt haar vader op, die haar opneemt in zijn gezelschap. Met haar rol in de operette Madorah in 1917 werd ze meteen een beroemdheid. De la Mar speelde overal, maar bleef trouw aan de gezelschappen van haar vader. De uitstraling van haar sterke persoonlijkheid, met haar aangeboren talent voor het spel, kwam zelfs tot uitdrukking in zwakke verfilmingen van toneelstukken als ’Bleeke Bet’, de tweede in de rij van negen films waarin zij in de jaren dertig een rol zou vertolken.
Na de oorlog koopt haar man Piet Grossauw een oude school in de Marnixstraat om een theater te beginnen: het De la Mar theater. Het theater wordt geen succes en wordt in 1952 alweer verkocht aan Wim Sonneveld.

In 1957 overleed Piet Grossauw en Fien de la Mar vereenzaamde en raakte aan de drank. Nadat een tijd in een inrichting te zijn opgenomen, probeerde ze jammerlijk een come-back te maken. In april 1963 doet ze een poging tot zelfmoord door uit het raam van haar huis te springen. Op de vraag waarom antwoordde ze: "Om alles!" Ze overleed aan de gevolgen van haar zelfmoordpoging in het ziekenhuis en werd opgebaard in de foyer van het Nieuwe De la Mar theater.