Bettina Rheims

  • Signed book
    The Book of Olga, boek in hardcover
    Hardcover + Box, 29.2 x 43.7 cm
    The Book of Olga
    Box 33 x 47,5 cm, Book 30 x 44,5 cm
  • Brochure
    The Book of Olga, brochure ter promotie van het boek The Book of Olga
    29 x 43,7 cm
  • Biography

    Bettina Rheims (Parijs, 1952)
    Franse fotografe, geboren in Parijs. Woont en werkt in Parijs.

    Dochter van Maurice Rheims, lid academie Francaise en veilingmeester. Zij begint als mannequin, is een tijdje actrice.

    La bonne année (1973)(Claude Lelouch), met Lino Ventura als gentleman-gangster die het Cannes-filiaal van ’beau monde’-juwelier Van Cleef & Arpels met een ’psychologische kraak’ financieel wil ontlasten. Lelouch ontdoet meerdere genres van hun grenzen, speelt met de frictie tussen fijnzinnige acteurscinema en populaire filmonderwerpen en heeft ook oog voor de jarenlange zware-jongensvriendschap tussen Ventura en z’n maat Charlot (Charles Gérard). In een piepklein rolletje als verkoopster zien we nog even Bettina Rheims, die later als fotografe van erotisch werk bekend zou worden. Naast deze twee titels werd ook Lelouch’ meeslepende familiekroniek Les uns et les autres (1981) uitgebracht. (bron: filmkrant)

    Zij neemt dan zelf plaats achter de camera, werkt voor modeblad Elle en Paris Match en heeft een eigen kunstgalerie. Haar eerste foto’s zijn nog in zwart-wit. Drie jaar na haar debuut als fotografe mag zij al tentoonstellen in Centre Pompidou.

    "Ik hou van het vlees, ik ben een fotografe van de huid".
    Bettina Rheims begon in de jaren zeventig met het fotograferen van stripteaseuses en acrobaten. Daarbij ging ze verder dan pure reportagefotografie. Ze nam haar modellen mee naar de studio en probeerde daar hun wereld te herscheppen. Ook later als modefotografe speelde ze met de spanning tussen het geënsceneerde en de realiteit.

    PANORAMA NL van 15 juli 1988
    DE VROUW DOOR VROUWENOGEN
    Bettina Rheims (36) is topfotografe in Frankrijk. Mode, glamour, filmaffiches en platenhoezen zijn haar specialiteiten. Jarenlang stond ze zelf als model voor de camera en zo weet zij als geen ander hoe vrouwen zo natuurlijk mogeiijk overkomen. Niets forceren, onzekerheid mag. Met dat uitgangspunt fotografeerde ze de nieuwste lichting aankomende actrices.
    De eerste vrouw die ik voor de camera kreeg, was Catherine Deneuve. Dat was in 1983... Mijn eerste grote succes scoorde ik met Valérie Kaprisky. Daarna is het hard gegaan. Sophie Marceau heb ik twee keer gefotografeerd. Eerst twee jaar geleden, voor de film «Descente aux Enfers». Over die foto’s ben ik niet erg tevreden. De foto’s zijn wel Ieuk, maar ik mis een essentiële kant van Sophie. Ze was toen al erg sensueel en vrouwelijk, maar dat hadden we nog niet echt in de gaten. Voor déze opdracht heb ik haar duidelijk gemaakt dat ik iets erotisch wilde doen. Er moesten meer kleren uit, zodat men kon zien wat er onder zat. Ze vond het prima. Sophie is veranderd. Ze ziet en accepteert haar sensuele kant nu. De eerste keer was ze daar nog te jong voor ...
    tekst: Aryan Borger

    Op het eerste gezicht lijken de foto’s van Bettina Rheims als die uit een glossy magazine. Als voormalig glamourfotografe beheerst ze deze manier van fotograferen perfect. Tegelijkertijd deformeert ze op subtiele wijze haar modellen zodat er op het tweede gezicht een verrassend of zelfs onbestemd beeld ontstaat.

    Dankzij haar activiteit als modefotografe raakte ze vertrouwd met bepaalde aspecten van de Fotografie - met name de Kleur - en een zekere visie op het lichaam. Ze ontwikkelde evenwel een zeer persoonlijke benadering en stijl, waarbij een sacralisering van het lichaam en erotische mise-en-scènes gepaard gaan met een zekere afstand van het objectief en een beheersing van de vorm. Bettina Rheims fotografeert evenzeer de huid als het lichaam van de vrouw. Ze speelt met een soort "hoogstaand voyeurisme", waarbij er een vreemde verstandhouding lijkt te bestaan tussen haar en haar modellen, of die nu beroemd zijn of niet. Zowel professionele modellen en beroemdheden als transeksuelen, prostituees en arbeidsters poseerden voor haar camera. Ze kon met dezelfde intimiteit en hetzelfde instinct de stripteaseuses van Female Trouble (1989, haar debuut ), anonieme vrouwen en beroemde sterren zoals Madonna (foto), Laetitia Casta of Charlotte Rampling  afbeelden.

    Wanneer ze belangstelling toont voor de vreemde schoonheid van transseksuelen of voor erotische mise-en-scènes in hotelkamers, is bettina rheims geïnteresseerd in het vlees en het leven doorheen de caleidoscoop van de vrouw. Zoals in de befaamde Reeks Chambre Close, de eerste in een rij van lange en vruchtbare samenwerkingen met de schrijver Serge Bramly, waarin de banaliteit wedijvert met het droombeeld en het verlangen.

    "Bovenop de in wezen triviale helderheid van de Fotografie legt bettina rheims de schaduwen van haar Duistere Nacht, en creëert aldus een spanning tussen nep en Echt; en als ze voornamelijk vrouwen fotografeert, dan is dat, op de keper beschouwd, doorheen die opsplitsing in duizend personages, misschien wel haar eigen, trouwe en ontrouwe manier om haar zelfportret te schetsen" (Serge Bramly).

    Ook andere middelen werden op briljante wijze verkend door de fotografe, zoals de opgezette Dieren van Animal (foto), de Christusscènes van INRI (1997), waarover veel Inkt is gevloeid, of die onderdompeling in het China van Shanghai (2003)(Female Trouble), met moderne vrouwen, zangeressen, arbeidsters, modellen of politieagenten.

    In 1995 maakt zij het officiele portret van President Chirac.

    INRI (1997)
    Het leven van Jezus
    Samen met kunsthistoricus Serge Bramly maakte ze gedurende twee jaar de serie I.N.R.I., foto’s van levensgroot formaat waarin het leven van Jezus op eigentijdse wijze geënsceneerd wordt. Met meer dan 250 figuranten en 17 medewerkers hebben zij geprobeerd om een foto-evangelie te maken. Met als resultaat het prachtig fotoboek INRI
    I.N.R.I. staat voor Iesus Nazarenus Rex Iudaeorum, Jezus van Nazaret Koning der Joden

    I.N.R.I. - tussen goddelijk en menselijk
    Vol vragen verliet ik het Bijbels Museum te Amsterdam. De werkelijk enorme en perfecte werken van de hand van Bettina Rheims en Serge Bramly hadden zich op mijn netvlies verankerd en de originaliteit van de scènes had me geraakt. De fototentoonstelling I.N.R.I., tot 24 maart 2002, kon in dat opzicht een succes worden genoemd.
    Het doel van de kunstenaars was, volgens een inleidend tekstpaneel, om een aantal scènes uit het leven van Jezus, zijn daden en zijn leer, in ons heden te situeren. Alsof wij deze voor het eerst zouden zien en meemaken. Het gevolg was dat er weinig aandacht besteed leek aan wat de traditie met de verhalen heeft gedaan. Een symbolische diepte in het geheel of in détails die in gesprek ging met de betekenisgeving der eeuwen miste ik in veel beelden, evenals een samenhangende visie op het geheel van Jezus’ leven en werken. Maar dat kan natuurlijk de bedoeling geweest zijn, het kan ook de handicap zijn van de theoloog of van mij persoonlijk.
    Voor de Jezusfiguur zijn verschillende modellen gebruikt, met verschillende uitstralingen. Verschillende baby’s, verschillende jochies en niet alleen de langharige blonde Jezus met een pluizig baardje worden opgevoerd. Dat geeft het geheel de nodige openheid. Wel is er steeds sprake van ’mooie jongens’, de modellen zijn daar ongetwijfeld op geselecteerd. Bettina Rheims, die ook mensen als Madonna karakteristiek voor haar lens heeft gehad, laat zich duidelijk kennen als glamourfotografe van wie bekend is dat ze Jezus ook wel ’sexy’ vindt.
    Kennelijk is geprobeerd in de esthetiek van het uiterlijk en dan gecombineerd met de gelaatsuitdrukking en niet te vergeten de warme, hemelse, belichting, iets goddelijks of een goddelijke oorsprong weer te geven. Ook de Maria’s, de discipelen en zelfs Maria Magdalena krijgen op deze manier een schijn van heiligheid. In een paar gevallen levert dat wat surrealistische beelden op.
    Veel aardser, en voor mij daardoor spannender, zijn de figuren van de herders, de wijzen en de Romeinse soldaten; zo van de straat geplukt. Pilatus zelf spant de kroon, als wat morsig geworden despoot die duidelijk betere tijden heeft gekend in een tot chaos verworden kantoorruimte. In hen komt de weerbarstigheid van het leven van alledag naar voren. Niet in de Jezus, die een veelal iets berustends en lijdzaams over zich heeft; hij is er, maar toch ook weer niet echt.
    De getoonde werken zijn weinig dynamisch. Er wordt steeds duidelijk geposeerd en het idee dat er één moment uit een verder doorgaande beweging en een doorgaand verhaal is vastgelegd, ontbreekt. Er is gekozen voor ’bevroren beelden’ die mijns inziens de speelruimte voor de, gelovige, verbeelding van de aanschouwer in de weg staan. Bewegingsonscherpte of scherptedieptevariatie, machtige middelen van een goede fotograaf, ontbreken vrijwel. De tempelreiniging vormt een krachtig voorbeeld van wat vaker toegepast had mogen worden. Het bleek mij overigens, dat het Bijbels Museum relatief veel van deze ’stillevens’ had geselecteerd uit de ruim tachtig foto’s die het hele project telt.
    Een en ander strookt niet met mijn idee dat we Jezus in het leven van alledag, in het doorgaande doen en laten van medemensen kunnen herkennen. In het klein of in het groot, maar altijd zónder een zweem van perfectie en zónder dat daar ook fysiek een goddelijk licht vanaf straalt. Ik zoek geen passieve, statische beelden, maar scènes waarin iets gebeurt of iets gaat gebeuren.
    Een aantal foto’s is werkelijk ijzersterk. Ik denk aan het spoorwegemplacement als locatie voor de uitzending van de discipelen, een piëtá waarin een grof genaaide jute pop de Jezusfiguur verbeeld, Maria met kind op een schaakbord en dan als portret boven het bankstel der burgerlijkheid met als titel: ’de heilige familie’. En niet te vergeten het café te Emmaüs waar de gewone man zich voor de ruiten verdringt om een glimp op te vangen van het wonder van de mens die het goddelijke uitstraalt.
    bron: http://website.leidenuniv.nl/~vosdt/ogg/nwsbrf-8.htm

    Shanghai
    Bettina Rheims bezoekt Shangai en brengt daarbij vrouwenlichamen en gezichten in beeld uit alle milieus en alle werelden: danseres, abdis, wandelaar, studente, stadswacht, actrice, enzovoort. Haar foto’s, allemaal geposeerd en in scene gezet, stralen een haast eindeloze intimiteit uit. De tekst van Serge Bramly vertelt over momenten en ontdekkingen, geeft scenes weer of schetst portretten. Het contrast tussen die twee invalshoeken, bewogen en onbeweeglijk, diepgaand en oppervlakkig, is een heel mooie manier om het mysterie en de energie van Shangai uit te drukken. Met zijn zachte kaft is dit boek, ontworpen door Bettina Rheims zelf, op zich al een luxueuze uitnodiging om mee te reizen: een juwelenkistje ft 29 x 33 cm, gebonden, 260 blz.,