Andy Warhol

  • Books
    Unseen, door John O'Conner and Benjamin Liu
    24 x 28,5 cm
  • Biography

    Andy Warhol (6 augustus 1928 — 22 februari 1987) was een Amerikaans kunstenaar, cineast en publicist. Warhol werkte tevens als muziekproducent en acteur. Vanuit zijn achtergrond en ervaring in de toegepaste kunst was Warhol één van de protagonisten van de Pop-art in de Verenigde Staten in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw. Warhol heet de silver prince van de pop.

    Warhol is vooral beroemd om zijn ’vlakke’ en contrastrijke schilderijen en zeefdrukken van verpakte producten en alledaagse objecten zoals Campbell’s soepblikken, bloemen en de banaan op de cover van het album The Velvet Underground and Nico (1967), alsook voor zijn gestileerde portretten van 20e eeuwse beroemdheden als Marilyn Monroe, Elvis Presley, Judy Garland, en Elizabeth Taylor. 

    Biografie
    Andy Warhol werd als Andrew Warhola geboren in Pittsburgh (Verenigde Staten). Zijn ouders, Ondrej (Andrew) Warhola (wiens originele familienaam Varchola was, hij veranderde die naar Warhola toen hij naar de VS emigreerde) en Júlia Justyna Zavacká, waren Slowaakse immigranten. Ondrej werkte in de kolenmijnen van Pennsylvania. Andy toonde reeds vroeg artistiek talent en ging toegepaste kunst studeren aan het Carnegie Institute of Technology, de tegenwoordige Carnegie-Mellon Universiteit, in Pittsburgh. Daarna, in 1949, verhuisde hij naar New York, waar hij een carrière opbouwde in de reclame- en tijdschriftenwereld.


    De jaren ’60 in the Factory
    In de jaren ’60 startte Warhol met het op groot formaat schilderen van beroemde Amerikaanse producten als Campbell’s soepblikken en Coca-Cola flessen. Hij ging de zeefdruktechniek gebruiken, om niet louter kunst te maken met alledaagse commerciële massaproducten als motief, maar om ook zijn eigen kunst zelf als massaproductie te creëeren. Hij wilde het liefst een emotieloze machine zijn. Hij stelde zich op als chef van een team van kunstarbeiders die zich bezig hielden met het maken van zeefdrukken, films, boeken en tijdschriften. Dit team was actief in een studio in de buurt van Union Square in New York. De studio werd the Factory genoemd omdat er werkelijk een productielijn van schilderijen in gehuisvest was. Deze studio groeide uit tot een ontmoetingsplaats voor artiesten, homo’s, travestieten, junks en fotomodellen. Iedereen met enige artistieke pretentie was er welkom.

    De oorspronkelijke "Factory" was gevestigd in een oude pettenfabriek op 231 East 47th street (vierde verdieping). Na een aantal jaren verplaatste Andy Warhol zijn entourage naar een kantoorpand aan de overkant van de straat; 33 Union street West (zesde verdieping). Deze tweede Factory werd door warhol zelf the Office genoemd want er was niet uitsluitend een atelier gevestigd, maar ook de redactie van het door Warhol opgerichte blad Interview. Warhol werd in de jaren van de Factory wereldwijd bekend met zijn zeefdrukken. Hij maakte zeefdrukken van elk onderwerp dat zich ervoor leende.

    Warhols oeuvre baseert zich grotendeels op de Amerikaanse populaire cultuur. Hij schilderde en tekende bankbiljetten, stripafbeeldingen, voedsel, vrouwenschoenen, beroemdheden en alledaagse objecten. Voor hem vertegenwoordigden deze motieven de Amerikaanse culturele waarden.


    Schietpartij
    Op 3 juni 1968 kwam Valerie Solanas, een radicaal feministisch auteur die van tijd tot tijd rondhing in de Factory, in de studio opdagen en schoot Warhol en Mario Amaya neer. Solanas was vroeger op die dag afgewezen in de Factory nadat ze een script had teruggevraagd dat ze aan Warhol ter inzage gegeven had. Het script was blijkbaar zoek geraakt. Warhol werd zwaar verwond door de schietpartij en werd in het ziekenhuis zelfs klinisch dood verklaard. Hij leed voor de rest van zijn leven aan de fysieke gevolgen van de aanslag; hij moest bijvoorbeeld een korset dragen om zijn onderbuik te ondersteunen. De schietpartij had een grote nawerking op Warhols leven en zijn kunst. De Factory werd strenger afgeschermd en voor velen betekende deze gebeurtenis het einde van de wilde jaren van de Factory. Diezelfde dag gaf Solanas zichzelf aan bij de politie en werd ze gearresteerd. De reden voor haar misdaad was volgens haar verklaring dat Warhol te veel invloed op haar leven had gekregen.


    ’70 De jaren
    In vergelijking met Warhols provocerende werk in de jaren ’60 waren de jaren ’70 artistiek gezien minder productief, hoewel Warhol veel zakelijker werd. Volgens zijn toenmalige assistent Bob Colacello zocht Warhol in die jaren vooral naar gefortuneerde mensen bij wie hij een portretopdracht in de wacht kon slepen, zoals Mick Jagger, Liza Minnelli, John Lennon, Diana Ross, Brigitte Bardot en Michael Jackson en ook minder bekende bankdirecteuren en verzamelaars. Hij richtte het magazine Interview op en publiceerde in 1975 zijn boek The Philosophy of Andy Warhol, waarin hij zijn nuchtere ideeën omtrent kunst en leven uit de doeken deed.


    Overlijden en nalatenschap
    Warhol overleed op 22 februari 1987 om 06.32uur in New York City op 58-jarige leeftijd. Hij was herstellende van een routine operatie aan zijn galblaas toen hij in zijn slaap stierf aan een hartstilstand. Het ziekenhuispersoneel had hem na de operatie slaapmiddelen toegediend en had zijn welzijn onvoldoende gevolgd. Daarom klaagden advocaten van Warhols’ nabestaanden het ziekenhuis aan wegens nalatigheid. Warhol had een medische behandeling alsmaar uitgesteld omdat hij bang was voor ziekenhuizen en een grote hekel had aan dokters.

    Warhol werd begraven op de katholieke begraafplaats van St. John the Baptist Byzantine in Bethel Park, ten zuiden van Pittsburgh. Yoko Ono was een van de mensen die een afscheidsrede uitsprak op zijn begrafenis. Het internationale veilinghuis Sotheby’s had negen dagen nodig om Warhols’ immense verzameling van kunst en ’prullaria’ te veilen. De bruto opbrengst van deze veiling was ca. 20 miljoen Amerikaanse dollar. 


    Werk

    Schilderijen
    Warhol had reeds een reputatie opgebouwd als commercieel illustrator, vooral voor schoenenwinkels, toen hij besloot een carrière als beeldend kunstenaar te starten. Op de kunstacademie had hij schilderijen gemaakt, maar daarna maakte hij vooral illustraties met tekeninkt voor warenhuizen en tijdschriften. Als illustrator voelde hij zich niet voldoende serieus genomen en hij wilde een échte kunstenaar worden.

    Toen Warhol weer begon te schilderen, koos hij een eigen aanpak. Op dat moment was Pop-Art, zoals de benaming later zou worden, reeds in opkomst. Warhol adapteerde deze nieuwe stijl, waarbij alledaagse voorwerpen deel konden uitmaken van het repertoire van de kunstenaar. Zijn eerste werken tonen afbeeldingen uit strips en advertenties. Deze vroege werken waren handgeschilderd met opzettelijk aangebrachte verfdruipers. De druipers verwezen naar de op dat moment populaire stijl van het abstract expressionisme; Jackson Pollock, Willem de Kooning. Hij wilde ’erbij horen’ en succesvol zijn.

    Strips, typografie e.d. werden echter al gebruikt door artiesten als Roy Lichtenstein en Jasper Johns; Warhol zocht als onderwerp een persoonlijk kenmerk dat hem zou onderscheiden van de anderen. Zijn bevriende galeriehouder stelde hem voor dat hij de dingen zou schilderen waarvan hij het meeste hield. Hij vatte dit letterlijk op, zoals hij wel vaker deed, en voor zijn eerste grote tentoonstelling schilderde hij zijn roemruchte Campbell’s soepblikken. Hij hield van geld en schilderde dus bankbiljetten. Hij en adoreerde beroemdheden (en aspireerde beroemdheid); dus schilderde hij ze.

    Van hieruit ontwikkelde hij zijn latere stijl. Hij verving het schilderen van een kenmerkend onderwerp door het schilderen volgens een kenmerkende stijl, waarbij het handgemaakte stilaan op de achtergrond raakte. Warhol ging de zeefdruktechniek toepassen: hij werd meer en meer een bedenker van schilderijen in plaats van de schilder die zelf de kwast vasthoudt. Op het hoogtepunt van zijn roem had hij meerdere assistenten in dienst, die zeefdrukken produceerden volgens zijn aanwijzingen in verschillende variaties wat betreft kleuren en afmetingen. Warhol maakte zowel komische (zoals de soepblikken) als serieuze (de elektrische stoel) werken. Het typerende element in zijn werk is zijn koele, matte stijl à la Buster Keaton: artistiek en persoonlijk affectloos.

    Warhols kunst werd meer en meer conceptueel. Zijn serie Do-It-Yourself-schilderijen zijn bedoeld als populair commentaar op kunst en wat kunst zou kunnen zijn. Zijn behangpapier met koemotief en zijn oxidatie-schilderijen (met koperverf voorbereide doeken waarop geoxideerde urinevlekken te zien zijn) behoren ook tot deze context. Belangrijk is hoe deze werken en de manier waarop ze werden geproduceerd, de zeden en atmosfeer in Warhols Factory weerspiegelden.

    Er werd gespeculeerd dat Warhol gewoon afbeeldingen maakte van objecten die in zijn tijd hip en modern waren maar voor Warhol was er altijd een persoonlijke relatie tussen hem en zijn onderwerpen. De Campbell’s Soup-blikken, als voorbeeld, functioneerden niet louter als illustratie van de commerciële industrie en publiciteit, maar maakten ook inherent deel uit van Warhols eigen leven en herinneringen. Als kind kreeg hij deze soep van zijn moeder wanneer hij ziek was en hij hield er nog altijd van als volwassene. Voor hem (en voor vele Amerikanen) representeerde de soep een thuisgevoel.

    Een ander criterium voor Warhols subjectkeuze was dat de onderwerpen een zekere filosofische notie moesten vertegenwoordigen en metaforische kwaliteit moesten bevatten. Als Warhol geld schilderde, was dat omdat hij dat wou bezitten - doeken vol geld. Hij maakte zijn werk deels om dit geld (en succes, roem en misschien zelfs liefde) op te brengen. Tegelijkertijd beschouwden deze schilderijen kunst als een commercieel artikel: de schilderijen van dollarbiljetten stelden zowel monetaire waarde als investering voor. Op die manier hadden de schilderijen, in plaats van louter bankbiljetten voor te stellen, impact op ideeën als artistieke waarde of op de kunstpraktijk.

    Op deze manier schilderde Warhol afbeeldingen van catastrofes in felle kleuren (Red Car Crash, Purple Jumping Man, Orange Disaster), omdat ze zowel de gruwel van de gebeurtenis op de foto en diens mediawaarde toonden als de manier waarop ze in de media werden gebagatelliseerd. Door van deze "willekeurige" krantenknipsels schilderijen te maken, veranderde Warhol ze in gedenktekens van persoonlijke tragediën. Zo tonen ze een persoonlijke ervaring én geven sociaal commentaar op een tijd waarin de media groeide in relevantie.


    Films
    Naast het beoefenen van verschillende kunstvormen als schilderen, fotografie, tekenkunst en beeldhouwkunst, was Warhol een productief filmmaker. Tussen 1963 en 1968 maakte hij meer dan zestig films. Eén van zijn beroemdste films, Sleep (1963), toont acht uur lang een slapende man, John Giorno, met wie hij een relatie had. Blow Job (1963) is een voortdurende close-up van het gezicht van Tom Baker die oraal wordt bevredigd door Willard Maas. Een andere film, Empire (1964), bestaat uit een acht uur durende opname van het Empire State Building in New York City bij avondschemering. Warhols rolprent Vinyl is een bewerking van de dystopische Anthony Burgess-roman A Clockwork Orange. Verdere films beelden geïmproviseerde ontmoetingen uit van Factory-habitués als Brigid Berlin, Viva, Edie Sedgwick, Candy Darling, Holly Woodlawn, Ondine, Nico en Jackie Curtis. In de film Camp verschijnt de binnen de subcultuur legendaire kunstenaar Jack Smith.

    Warhols meest succesvolle film was Chelsea Girls (1966); de film was innovatief aangezien hij bestond uit twee simultaan geprojecteerde 16 mm. filmrollen met uiteenlopende verhalen. Vanuit de projectiecabine werd het geluidsniveau voor één film verhoogd om dat verhaal te verduidelijken terwijl het voor de andere film werd verlaagd, waarna de rollen werden omgekeerd. Deze wijze van verdubbeling van de afbeelding gebruikte Warhol ook in zijn zeefdrukken van het begin van de jaren ’60. De invloed van de film met meerdere gelijktijdige lagen en verhalen is merkbaar in moderne producties als Timecode van Mike Figgis en, indirect, de eerste seizoenen van 24.

    Andere belangrijke films zijn My Hustler (1965) en Lonesome Cowboys (1968); een homo-erotische pseudowestern. Blue Movie, een film waarin Warhols ’superster’ Viva gedurende 33 minuten seks heeft met een man, was Warhols laatste eigen film. Viva wist, nadat de film een schandaal had veroozaakt vanwege de vrijzinnige benadering van seksualiteit, de openbare vertoning van deze film lang tegen te houden. De film werd in 2005 pas, voor het eerst sinds 30 jaar, opnieuw vertoond in New York.

    Nadat Warhol op 3 juni 1968 was neergeschoten door Valerie Solana trok hij zich terug als regisseur en liet het maken van films over aan Paul Morrissey. Deze stuurde de aanpak van de Warhol-films meer en meer in de richting van gewone B-movies met een duidelijk verhaaltje (bijvoorbeeld: Flesh, Trash en Heat). Deze films en ook de later gemaakte films Blood for Dracula en Flesh for Frankenstein waren veel normaler dan alles wat Warhol als regisseur ooit zelf had gemaakt. De ster in deze films was Joe Dallesandro, die eigenlijk eerder een Morrissey-ster was dan een echte Andy Warhol superstar.

    Een andere film die veel furore maakte als Warhol-film heette Bad. Deze film werd in feite geregisseerd door Jed Johnson. De sterren van deze film waren Carroll Baker en Perry King. Om het succes van de latere films te vergroten werden rond 1972 al Warhols’ eerdere avant-garde films uit de roulatie gehaald. 


    Filmografie
    Blow Job (1963)
    Eat (1963)
    Haircut (1963)
    Kiss (1963)
    Naomi’s Birthday Party]] (1963)
    Sleep (1963)
    13 Most Beautiful Women (1964)
    Batman Dracula (1964)
    Clockwork (1964)
    Couch (1964)
    Drunk (1964)
    Empire (1964)
    The End of Dawn (1964)
    Lips (1964)
    Mario Banana I (1964)
    Mario Banana II (1964)
    Messy Lives (1964)
    Naomi and Rufus Kiss (1964)
    Tarzan and Jane Regained... Sort of (1964)
    The Thirteen Most Beautiful Boys (1964)
    Beauty No. 2 (1965)
    Bitch (1965)
    Camp (1965)
    Harlot (1965)
    Horse (1965)
    Kitchen (1965)
    The Life of Juanita Castro (1965)
    My Hustler (1965)
    Poor Little Rich Girl (1965)
    Restaurant (1965)
    Space (1965)
    Taylor Mead’s Ass (1965)
    Vinyl (1965)
    Screen Test (1965)
    Screen Test #2 (1965)
    Ari and Mario (1966)
    Hedy (1966)
    Kiss the Boot (1966)
    Milk (1966)
    Salvador Dalí (1966)
    Shower (1966)
    Sunset (1966)
    Superboy (1966)
    The Closet (1966)
    Chelsea Girls (1966)
    The Beard (1966)
    More Milk, Yvette (1966)
    Outer and Inner Space (1966)
    The Velvet Underground and Nico (1966)
    The Andy Warhol Story (1967)
    Tiger Morse (1967)
    Sucking Lukes Hairy Asshole (1967)
    **** (1967)
    The Imitation of Christ (1967)
    The Nude Restaurant (1967)
    Bike Boy (1967)
    I, a Man (1967)
    San Diego Surf (1968)
    The Loves of Ondine (1968)
    Blue Movie (1969)
    Lonesome Cowboys (1969)
    L’Amour (1972)
    Flesh for Frankenstein (1973)
    aka Andy Warhol’s Frankenstein (USA)
    Blood for Dracula (1974)
    aka Andy Warhol’s Dracula (USA)



    Muziek
    In de jaren ’60 ontdekte Warhol de groep The Velvet Underground en nam hen aan als één van zijn projecten. Hij was de producer van hun eerste album The Velvet Underground and Nico en ontwierp er ook de albumillustraties voor. Zijn échte aandeel in de productie kwam er uiteindelijk op neer dat hij betaalde voor de studiotijd. Na het eerste album werden Warhol en bandleider Lou Reed het meer en meer oneens over de richting die de band uit zou moeten gaan. Het contact tussen de twee vervaagde.

    Warhol ontwierp de coverillustratie voor het Rolling Stones-album Sticky Fingers (1971) en Love You Live (1977). In 1975 werd aan Warhol gevraagd verschillende portretten te maken van Stones-zanger Mick Jagger.

    In 1990 namen Lou Reed en John Cale het album Songs for Drella op. Eén van Warhols bijnamen was Drella, een combinatie van Dracula en Cinderella (Assepoester). Op Drella verontschuldigt Reed zich ten opzichte van Warhol.

    Warhol was bevriend met vele muzikanten, waaronder Bob Dylan en John Lennon. Hij ontwierp de cover van Lennons Menlove Avenue (postuum 1986). Warhol verscheen als een barman in de video voor de The Cars-single Hello Again, en in een Curiosity Killed The Cat-video voor hun Misfit-single. Beide video’s werden geproduceerd door Warhols productiebedrijf. Hij ’had een boontje’ voor Nick Rhodes van Duran Duran, die hij relatief vaak ontmoette.


    Andere media
    Hoewel Andy Warhol de meeste bekendheid bereikte met zijn schilderijen en films, was hij actief in verschillende andere media, zoals:

    Mode — Van Warhol is bekend dat hij gezegd heeft dat hij liever een jurk koopt en aan de muur hangt, dan daar een schilderij op te hangen ("I’d rather buy a dress and put it up on the wall, than put a painting, wouldn’t you?"). Eén van zijn bekendste supersterren, Edie Sedgwick, wilde modeontwerper worden, en zijn goede vriend Halston was er een. Warhols modewerk omvat gezeefdrukte kledij, een incidentele bijverdienste als catwalkmodel en zowel boeken over mode als schilderijen met modieuze onderwerpen (schoenen).
    Performances — Warhol en zijn entourage organiseerden happenings: theatrale multimediapresentaties tijdens feestjes met muziek, film, diaprojecties en Gerard Malanga in een S&M-outfit met een zweep slaand. Het hoogtepunt in deze periode van Warhols leven was de The Exploding Plastic Inevitable.
    Fotografie — Om zijn zeefdrukken te produceren maakte Warhol zelf foto’s of liet deze door anderen maken. De foto’s werden meestal gemaakt met een specifiek type Polaroid-camera, dat deze firma speciaal voor Warhol bleef produceren. De fotografische benadering van schilderen en zijn grote hoeveelheden snapshots, hadden hun effect op de artistieke fotografie van die dagen. Warhols’ late oeuvre omvat aanelkaar genaaide zwart-wit foto’s.

    Musea
    Het Andy Warhol Museum in Pittsburgh, Pennsylvania is het grootste Amerikaanse museum opgedragen aan een enkele kunstenaar; het bevat meer dan 12000 werken van Warhol.

    De werken van Andy Warhol zijn verder in onder andere de volgende musea voor moderne kunst te bekijken:

    Fine Arts Museums of San Francisco in San Francisco
    Museum of Modern Art en Metropolitan Museum of Art New York City

    Trivia
    Begin april 2007 raakte bekend dat de New Yorkse verzamelaar José Mugrabi zijn 600 Warhols van de hand doet voor 1 miljard dollar aan een onbekende sjeik. De sjeik is zinnens een "Andy Warhol Museum" te bouwen in Abu Dhabi of Dubai. De familie Mugrabi bezit ook Warhols "Twenty Marilyns" (1962).


    Literatuur
    (en) The Philosophy of Andy Warhol; from A to B and back again (1975) ISBN 0-15-671720-4
    (en) Popism: The Warhol Sixties (1980) ISBN 0-15-672960-1
    (en) The Andy Warhol Diaries (1989) ISBN 0-446-39138-7