Death in Venice
-
Photos
-
Biography
In Death in Venice/Morte a Venezia, gesitueerd in 1911, staat de bejaarde Duitse componist Gustav Aschenbach (Dirk Bogarde) centraal. Hij is heel beschaafd, goed gekleed, introvert en verbitterd. Om tot rust te komen reist hij naar de gondelstad Venetië waar hij verblijft in het luxueuze Grand Hotel des Bains. Daar ontmoet hij de knappe Tadzio (rol van de Zweed Björn Andresen), een Poolse jongeling, vergezeld van zijn moeder (Silvana Mangano). Meer en meer geraakt Aschenbach gefascineerd door Tadzio. In hem ontdekt hij de pure en perfecte schoonheid die hij in zijn hele leven mateloos nastreefde. Dag na dag is hij in de ban van de mysterieuze blonde tiener. Het wordt een ware kwelling. Nooit eerder kenden zijn geheime passies zo’n opflakkering. Zo erg zelfs dat hij wanneer een pestepidemie Venetië onveilig maakt, beslist te blijven. Hij sterft in zijn ligstoel op het verlaten strand.
Graaf/cineast Luchino Visconti (Il Gattopardo) verfilmde Thomas Manns korte gelijknamige roman tot een hallucinant poëtisch meesterwerk. Wel werd het hoofdpersonage, de getormenteerde componist (losjes gebaseerd op de Oostenrijkse avant-garde componist Gustav Mahler) vervangen door een schrijver. Net als Aschenbach laat de filmer zich kennen als een fervent kunstenaar uitzichtloos op zoek naar schoonheid en volmaaktheid. Niet enkel weten zijn sfeervolle films perfect de tijdsgeest te schetsen ook verbergen ze onder het vredige oppervlak altijd hoogoplaaiende emoties.
Visconti biedt zijn protagonisten de kans om zich ten volle te bewijzen. Zo speelt de Britse Dirk Bogarde (voor wie het na La Caduta degli dei/The Damned de tweede samenwerking was met Visconti) als Aschenbach de rol van zijn leven èn de grootste sterfscène uit de filmgeschiedenis. Ingetogen wordt hij geflankeerd door Björn Andresen. Als Tadzio, de adonis waarop Aschenbach in stilte verliefd is, staat hij symbool voor onbereikbaar geluk, schoonheid en jeugd.
Verder zijn er nog Mahlers derde en vijfde symfonie, de wondermooie fotografie van Pasquale de Santis, de fraaie decors van Ferdinando Scarfiotti, de puike kostumering van Piero Tosi en de trage, elegante camerabewegingen die de absolute tijdloze schoonheid vatten die van Death in Venice, waarin afwisselend Engels en Italiaans gesproken wordt, Visconti’s beste film maakten.
Op het Filmfestival van Cannes in 1971 sleepte Visconti (1906-1976) met deze film de Special 25th-Anniversay Prize in de wacht.
Linda Crivits














